Waar komt de term ‘B1-taal’ eigenlijk vandaan? Die vraag krijg ik regelmatig. De officiële term is ‘taalniveau B1’ en afkomstig van het Europees referentiekader voor de talen. Dit referentiekader wordt gebruikt om iemands taalniveau te meten. Handig als je een andere Europese taal wilt leren.
3 taalniveaus
Er zijn 3 niveaus: A, B en C. Deze zijn onderverdeeld in 2 subniveaus:
- A. Basisgebruiker (A1/A2: beginner)
- B. Zelfstandige gebruiker (B1/B2: gevorderd)
- C. Vaardige gebruiker (C1/C2: vergevorderd)
Geloofwaardig en betrouwbaar Zoals je ziet, is A1 het laagste en C2 het hoogste niveau. Dit kom je vooral tegen bij wetenschappelijke teksten. Helaas kiezen veel bedrijven voor een (te) hoog taalniveau: C1. Waarom? Omdat ze denken dat moeilijke woorden en complexe zinnen een positieve invloed hebben op hun geloofwaardigheid en betrouwbaarheid: een bedrijf dat zó communiceert, móet wel weten waar het over praat.
Investeren in B1-taal
De praktijk laat iets anders zien. Mensen hebben weinig tijd en dus helemaal geen zin om zich door lange zinnen en moeilijke woorden heen te worstelen. Ze willen na 1 keer lezen weten wat ze moeten doen. Dan kunnen ze daarna weer door. Het is voor bedrijven die hun klanten willen behouden, dus absoluut de moeite waard om te investeren in B1-taal.
Dankzij B1-taal:
- begrijpen jouw lezers in 1 keer wat je bedoelt
- geloven jouw lezers eerder wat je zegt
- komen jouw lezers eerder in actie
Comments