Doe de check
Als ik een tekst schrijf of redigeer, doe ik aan het eind altijd een check. Daarbij kijk ik naar inhoud, structuur en stijl.
1. Inhoud
Is de boodschap die ik (of mijn opdrachtgever) wil overbrengen, duidelijk? Ik ga voor bondige, duidelijke teksten, want ik wil lezers niet vervelen met lange lappen tekst en complexe zinnen van 3 regels.
2. Structuur
Is de tekst scanbaar? Met korte tekstblokken, witregels, tussenkopjes en opsommingen leid ik de lezers door de tekst. Daardoor weet ik zeker dat ze snel de informatie vinden die ze zoeken.
3. Stijl
Is de tekst geschreven in ‘gewonemensentaal’ oftewel: taalniveau B1? En – óók heel belangrijk – staat de lezer centraal? Het gaat uiteindelijk niet om wat ik of mijn opdrachtgever wil vertellen, maar om wat de lezers willen weten.
Als ik elk boxje kan afvinken, weet ik dat ik een goede tekst heb geschreven. Bijkomend voordeel: mogelijke vragen van mijn opdrachtgever over schrijfkeuzes die ik heb gemaakt, kan ik zonder problemen beantwoorden. Die keuzes heb ik namelijk heel bewust gemaakt.
Dankzij deze final check stuur ik de eerste versie van een tekst met net wat meer zelfvertrouwen naar mijn opdrachtgever. Want feedback ontvangen blijft spannend. Ook al zit ik al 25 jaar in het vak.
